zaterdag 22 augustus 2009

Het geluid van de stilte

Ken je het geluid van de stilte? Nee, niet de stilte die je gedwongen ervaart wanneer je doof bent, dan weet je niet beter. Ook niet de stilte waarnaar je luistert wanneer je in het binnenland van Suriname in je hangmat ligt. Niet de stilte die ontstaat wanneer je iemand een schokkend bericht brengt, die stilte die meestal ruw verbroken wordt door: ‘Wat?’ ‘Met wie? ‘Wanneer?’ Niet die stilte. 
Nee, de stilte die ontstaat wanneer Chinezen van het asfalteringsbedrijf Dalian in hun ontoombare drang de weg waarover ik elke dag rij, van kokers moeten voorzien. Die mooie grijze asfaltlaag waar niets mee aan de hand is, die weg die nooit onder water loopt, moet worden opgesierd met een ondergronds kralensnoer zodat het water Gods niet langer vrijelijk over Zijn akker kan vloeien, maar met behulp van deze uitverkorenen in hemelsblauwe pakken, door stenen ingewanden gedirigeerd wordt. Er zijn graafmachines aangerukt, grote luidruchtige ‘Poclains’, weliswaar van een ander merk, maar ze doen precies hetzelfde. Ze sperren hun vraatzuchtige muilen open zodat ik hun verroestte tanden kan zien en hun belegen adem kan ruiken, ze happen in de stoffige aarde, gulzig hun prooi wegmalend. Als bovenmaatse aardwormen woelen ze de grond om, de rust van pieren en mieren verstorend. In een onbewaakt ogenblik – tijdens de schafttijd van hun dresseurs – vergalopperen ze zich en zijn ze niet meer tevreden met stof en slijk. Nee, ze kunnen geen weerstand bieden aan de kabels, de veelkleurige bami die in de aarde ligt. Hun opengesperde kaken rukken aan verbindingen die op vernuftige wijze toegang bieden tot telefoon en internet. Wanneer het Beest verzadigd is en een grote boer heeft gelaten waar de grond van dreunt, wordt hij afgezadeld en op stal gezet tot de volgende morgen. De laatste woorden, e-mails en werkopdrachten sijpelen weg uit de slagaders die tijdens de moordpartij van het lichaam zijn losgerukt. Nog een paar stuiptrekkingen, een ruis, de laatste flikkering van een modem. Dan: doodse stilte.
Mijn telefoons rinkelen niet, mijn contact met de wereld stopt. Ik ben op mezelf aangewezen, ik en mijn wispelturige mobiel. Even breekt er paniek uit: mijn leven eindigt, niemand kan me bereiken, wat doe ik met de e-mails die zich gaan opstapelen, mijn God wat een ellende, help!
En dan dringt het langzaam tot me door: ze kunnen me niet bereiken, héé, ze kunnen me vandaag (en waarschijnlijk morgen en overmorgen) niet bereiken. Ik kijk naar de computer die mijn leven bestuurt, mijn e-mailprogramma dat erger is dan de ergste baas: geef antwoord, nu! Dat kleine raampje in vrolijke kleurtjes dat als een puberteitspuist plotseling de kop opsteekt: piepoe! iemand buiten mijn territoir wil met me converseren. QWERTYUIOP. (Nee, nu niet. Ben bezig. Zeer druk bezig.) ‘Hoi. Ja-het-gaat-goed-en-met-jou-nee-je-stoort-me-helemaal-niet-ik-deed-net-even-niets.’
Ze kunnen me niet bereiken. Geen telefoon en ik sta op de stoep bij Sociale Zaken. Geen e-mail en ik dring voor in de rij van de gaarkeuken in Bigi Dyari, wat zeg ik, ik trek in december een nummer bij het Leger des Heils voor een pakket.

De Grote Baas van al dat hemelsblauw weet dat ik te laf ben om de telefoon zomaar een keer uit te trekken, dat ik mijn zakelijke marktwaarde afmeet aan het aantal e-mails en telefoontjes dat ik per dag ontvang. Hij heeft ingegrepen en gebruik gemaakt van Zijn onderdanen. Of dacht je soms dat die hemelblauwe overalls hún idee was...
De omnipotente afstandsbediening werd op de graafmachine gericht, mijn lot bestuurd. Play. Hij zag dat Zijn kind een dagje rust nodig had. Fast forward. En dan de stilte, de tijdscheppende stilte. Pause.

Heel stil heb ik mijn mobiel uitgedaan. Toen ben ik dit stukje gaan schrijven. Het ligt nu aan de blauwen die de kokers weer moeten opgraven en aan Telesur en de glasvezelkabel wanneer het op mijn weblog komt. Mijn eerste stukje. Voor nu leg ik me erbij neer en geniet.

6 opmerkingen:

  1. Wow! dat is een sterk begin! niet alle juweeltjes prijsgeven claudett! they might come handy...

    mooi en verrassend geschreven. ik ga je ook tot link opnemen in Facebook.

    goh, waar zit je weer op school? hahahah nee, maar schrijven kun je al. je stijl is duidelijk!
    geniet ervan.
    het is bevrijdend, dat bloggen!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. wat is dit genieten.
    bedankt.

    Els Beerten

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Lieve Ruth, Els,
    Hier speelt de techniek me parten. Maar ja, het zijn de zaadjes van de oker die ik zo lekker vind...
    Bedankt voor de bemoedigende reactie, waar zit ik ook weer op school? Juist.
    Ruth, die paarlen die ik rondstrooi, groeien weelderig in mijn hoofd, hoe meer ik oogst, hoe meer er gaan groeien. Het hoort trouwens bij het vijfjarenplan dat ik voor mezelf heb uitgestippeld, ook (en vooral) deze weblog. Time will tell!
    En nu maar hopen dat dit aankomt/overkomt.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Geweldig hoor, Claudett!
    Ik werd er ook stil van.
    Of het goed is overgekomen? Zeker wete..!

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Hi Claudett,
    En nu een reactie van een tante over de oceaan.
    PRACHTIG!!!!.
    Je vader zou trots zijn hierop.De genen zijn goed overgedragen hahahah.
    Ga zo voort, je stijl is mooi en scherp.
    Ik kijk uit naar je eerste boek.
    Tante Gerda

    BeantwoordenVerwijderen